U opent dit tabblad via [ Routes / Standaardinstellingen ]. Als u een nieuwe route maakt, dan houdt WinGPS 5 rekening met de instellingen. Wilt u voor een al bestaande route de instellingen wijzigen, ga dan naar Route-instellingen per route.

• Standaard radius: dit is de radius die nieuwe routepunten standaard krijgen.
• Vaarweginfo afstand: hier geeft u de afstand aan (in meters) ten opzichte van het eerstkomende kunstwerk. Dit is van toepassing bij : Varen zonder route.
• Overschakelen volgens bissectrice helpt u iets ruimer de route te varen. Klik hier voor meer informatie.
• Standaard vectoren: u kunt hier de standaardwaarden van vectoren die nieuwe routepunten krijgen instellen. Het gaat dan om de wind-, stromings- en dieptevectoren wanneer u hieronder de gegevensbron op handmatig heeft ingesteld.
• Standaard gegevensbron: hiermee stelt u in vanuit welke gegevensbron de waarden voor wind, stroming, getijdehoogte en golven bij het maken van nieuwe routepunten worden gehaald. U kunt deze instelling later altijd nog per route wijzigen. Indien een gegevensbron op handmatig wordt ingesteld zal voor een nieuwe route de hierboven ingestelde standaardwaarde worden gebruikt.
• Bij reismodus kunt u kiezen hoe u wilt varen en of u automatisch een open leg wilt optimaliseren.
• Stel hier de dieptespeling naar wens in. Dit is de extra diepte die u minimaal nog onder de kiel wilt houden, in meters.
• De diepte afhankelijke snelheid wordt gebruikt tijdens het optimaliseren van de route met de Magic Button i.c.m. het gedownloade Kustfijn-model: WinGPS zal, waar mogelijk, kiezen voor het diepste water als dit voordelig is voor de routetijd. Als de diepte van het water minder is dan een derde van de scheepslengte, dan wordt rekening gehouden met afremming van het schip door het ondiepe water. Bij een diepte van een zesde van de scheepslengte is de afremming ongeveer 30%.
• Wanneer u hier aan de grond lopen toestaan aanvinkt, dan wordt er van uit gegaan dat u wilt droogvallen als u een route over een ondiepte uitzet.