Instrumentenbeheer |
Via [ Instrumenten / Instrumentenbeheer ] kunt u instellen welke instrumenten u wilt gebruiken en op welke poorten de gegevens van de instrumenten binnenkomen. WinGPS 5 ondersteunt de volgende instrumenten: een AIS-ontvanger, een stuurautomaat, een kompas, een GPS-ontvanger, een log, een repeater, een dieptemeter en een windmeter.
Let op: Het instrumentbeheer is alleen beschikbaar als de communicatie uit staat.[ Zie ook: communicatie ]
Klik op het afspeelicoontje hiernaast voor een voorbeeldfilmpje.
Door op [ Eigenschappen ] te drukken van een poort of instrument, kunt u de eigenschappen van het betreffende instrument of poort wijzigen. Kijk daar voor bij elk afzonderlijk instrument in deze helpfile.
Let op: Voor AIS-apparatuur moet de baudrate meestal op 38400 staan in plaats van de standaard 4800. Vanaf WinGPS 2014 gebeurt dit automatisch.
Let op: Kijk ook bij het instellen van het GPS-filter, zodat u storingspieken kunt voorkomen en een rustige weergave van uw GPS-positie krijgt.
De Garmin USB-poort heeft geen eigenschappen scherm. Wanneer u een Garmin GPS-ontvanger met USB-aansluiting heeft, hoeft u alleen het daarbij horende stuurprogramma (driver) te installeren. Daarna is de Garmin USB-poort beschikbaar in WinGPS 5. U hoeft daarna niet nog iets in te stellen om die poort te kunnen gebruiken in WinGPS 5.
[ Zie ook: instrumenten aansluiten voor informatie over de COM-poort en het gebruik van een multiplexer ]