GPS-ontvanger installeren

 

Nadat u de GPS-ontvanger correct heeft aangesloten en werkend heeft, kunt u nog enkele instellingen wijzigen via [ Instrumenten / Instrumentenbeheer / GPS-ontvanger / eigenschappen ].

 

Tabblad Algemeen

 

 

Tabblad: Filtering

Zet, indien nodig, bij [ Instrumenten / Instrumentenbeheer / GPS / Eigenschappen ] het GPS-filter aan om de koers, snelheid en positie te dempen en storingspulsen op te vangen. Vooral aan te raden bij GPS’en met Sirf3 chips die bij stilstand en lage snelheid een onrustig beeld hebben. Nadeel van het dempen is dat zowel de positie als de snelheidsvector in beperkte mate achter gaan lopen. Ook aan te raden als u de ankerwacht gebruikt en niet gewekt wil worden door stoorpulsen.

 

 

 

Wij adviseren om alle filters aan te zetten op de standaard vooraf door ons ingevulde waardes. Uiteraard kunt u dat altijd wijzigen maar noteer dan eerst wat de waarde was voor u die wijzigt. U kunt dan altijd terug naar de standaardwaarde.

 

De GPS-ontvanger in WinGPS 5 ondersteunt de volgende NMEA-berichten: GGA, GLL, GSA, GSV, RMC en VTG. (zie Glossary 'Verklarende woordenlijst')

 

Voor het aansluiten zie ook de door de fabrikant geleverde instructies.

 

[ Zie ook: downloaden vanaf de GPS en uploaden van WinGPS naar GPS ]