Trajecten

 

Als de Communicatie (of de GPS-simulator) aanstaat wordt er door WinGPS 5 automatisch een rood spoor op de kaart getekend. Zodra u de Communicatie (of GPS-simulator) stopt, wordt ook het traject gestopt en opgeslagen. De rode lijn blijft echter zichtbaar tot u ook de weergave van trajecten stopt.

 

U kunt op elk moment een traject starten of stoppen. Dat kan met het icoontje op de hoofdknoppenbalk of met Shift +.

 

 

Via [ Beeld / Eigenschappen / Algemeen / Trajecten ] kunt u de trajectnamen en de punt- en tijdlabelinterval instellen, en het traject wel of niet op de kaart tonen. Zet op groot water de tijdlabels bijvoorbeeld om het uur en tijdpunten om de 10 minuten.

 

De startdatum en -tijd wordt als defaultnaam bij het begin van het traject neergezet. Deze standaardnaam kan worden aangepast bij het trajectbeheer.

 

[ Zie ook: trajectinstellingen ]