Om te zorgen dat de aangesloten instrumenten én met de PC én met elkaar kunnen communiceren moet de communicatie worden gestart.

Dat kan door op het icoontje op de hoofdknoppenbalk of op de -toets te drukken. Of via [ Instrumenten / Communicatie ].

Alle aangesloten instrumenten zullen dan NMEA-berichten doorgeven, ontvangen of uitwisselen. Wilt u kijken wat er gebeurt? Kijk dan op [ Instrumenten / NMEA monitor ] of klik hier.

Als uw GPS wel goed verbonden is, maar nog geen positie weergeeft terwijl de communicatie aan staat, dan kunt u op het scherm van navigatie-info zien hoeveel satellieten (SAT) er in gebruik zijn en hoeveel er in beeld zijn. WinGPS moet minimaal 4 satellieten gebruiken om een goede positie weer te geven.

[ Zie ook: Problemen oplossen voor aansluit tips ]