Open dit scherm via [ Beeld / Eigenschappen ] of Alt +Enter en ga dan naar het hoofdkaartvenster of één van de extra kaartvensters en selecteer [ Routes ].

U kunt hier aangeven wat u wél en wat u niet zichtbaar wilt maken in het kaartvenster.

Alle hier gemaakte instellingen kunnen voor alle kaartvensters gelden, maar u kunt ook voor elk kaartvenster andere instellingen bepalen.

Let op: Door Toon niet bevaarbare netwerkdelen aan te vinken kunt u direct zien op welke waterwegen u niet mag varen, rekening houdende met de maten van uw schip en of u beroepsvaart bent of niet (hierbij wordt enkel rekening gehouden met de vaarwegen en niet met de bruggen/sluizen). Het kan dus zijn dat u uit ervaring weet dat u op bepaalde vaarwegen wél kunt varen, terwijl WinGPS zegt dat u hier niet mag varen. De dieptes op het routenetwerk zijn namelijk de minimale dieptes die door lokale instanties worden onderhouden. De vaarwegen waar u niet zou mogen varen worden in een andere kleur weergegeven, die u kunt aanpassen bij beeldeigenschappen. Als u dan toch een route wilt plannen over deze vaarwegen, kunt u tijdelijk even de diepte/breedte van uw schip aanpassen. Let er echter wel op dat u deze weer terug zet!

De labels en vectoren van de WIND, STREAM en diepte zijn zeer handig om aan te vinken als u op open wateren vaart en gebruik maakt van de stromings- en getijdeninformatie tijdens het routeplannen. Hierdoor ziet u direct op de kaart bij elk routepunt hoeveel stroming en wind er staat op dat moment op die locatie, en ziet u hoeveel water u nog onder de kiel heeft.

Met Toon loodlijn op open legs krijgt u tijdens het varen een lijn vanaf uw schip loodrecht op de route. Dit kan handig zijn als u op open water van de route bent afgeweken.

[ Zie ook: Routes uitzetten over een ondiepte of wantij ]