Open [ Beeld / Eigenschappen / Hoofdkaartvenster / GRIB ].

• Toon GRIB toont GRIB-weergegevens in het kaartvenster, indien er GRIB-bestanden zijn gedownload of toegevoegd in het GRIB-beheer.
• Toon stroming toont, indien beschikbaar, stromingspijlen uit GRIB-bestanden in het kaartvenster.
• Toon wind toont, afhankelijk van het zoomniveau, windpijlen of windvanen in het kaartvenster, indien beschikbaar voor de door u geselecteerde locatie en tijdstip.
• Toon luchtdruk toont isobaren op het kaartvenster indien beschikbaar in een GRIB-bestand. In het tekstvak kunt u aangeven om de hoeveel hectopascal (millibar) er een isobaar getoond zal worden.
• Toon neerslag toont neerslag in het kaartvenster indien beschikbaar in een GRIB-bestand. De neerslag zal als overlay met afhankelijk van de intensiteit de kleur blauw tot rood op het kaartvenster worden getoond.
• Toon temperatuur toont de temperatuur zoals die in het GRIB-file is meegenomen.
• Toon snelheidslabels toont bij wind- en stromingspijlen de snelheid in knopen.

Klik op het afspeelicoontje hiernaast voor een voorbeeldfilmpje.

Windpijlen of windvanen?

Bij inzoomen toont WinGPS windpijlen in plaats van windvanen om aan te geven dat het om geïnterpoleerde winddata gaat in plaats van werkelijke waarden uit een GRIB-bestand. Bij windvanen wordt een benadering van de windsnelheid gegeven door het tonen van een aantal vanen. Daarbij staat elke lange vaan voor 10 knopen wind, een korte vaan voor 5 knopen en een gevulde driehoek voor 50 knopen wind. In de afbeelding rechts ligt de windsnelheid voor het grootste deel bijvoorbeeld rond de 15 knopen. De wind wordt in veel verschillende eenheden gepresenteerd. Beaufort, meters per seconde, kilometer per uur, knopen. Hierboven ziet u dat 15 meter per seconde = 21 knopen = 6 Bft = 54 kilometer per uur = krachtig.

Tip: de grootte van de GRIB-vectoren op de kaart kunt u instellen via [ Beeld / Eigenschappen ]. [ Zie ook: Beeldeigenschappen - schaalinstellingen ]

[ Zie ook: Windsnelheden ]