Vectoren zijn lijnen die variabele waarden snel inzichtelijk maken. Vectoren zijn zichtbaar op de positie van de GPS-cursor. Deze vectoren verplaatsen zich dus met de cursor mee op de kaart.

Vectoren op de GPS-cursorpositie

Het vectordiagram toont de grondsnelheid, vaart en wind. De vectoren zijn gekoppeld aan de informatie van GRIB-files. De kleuren en waarden van de vectoren komen overeen met de instrumentstatus bij navigatie-info die u snel kunt bereiken via de knop .

Via [ Beeld / Eigenschappen / Kaartvenster / GPS-cursor ] kunt u voor ieder kaartvenster de gewenste vectoren aanzetten.

ZWART is de grondvector met SOG/COG van de GPS.

BLAUW is de ware wind en ROOD de schijnbare wind (in de richting van het vaantje in de mast).

Door bij navigatie-info op de knop Wind te klikken, kan handmatig een waarde worden ingevoerd.

Het hele vectordiagram is snel aan- en uit te zetten met de Vectorknop op de kaartknoppenbalk.

[ Zie ook: laylines ]