Hoofdkaartvenster
Het grote kaartvenster van WinGPS 5 toont de kaarten die aangevinkt zijn via kaartbeheer. De kaarten worden aaneengesloten als één grote kaart op het scherm weergegeven. In de linkerbovenhoek van het kaartvenster staat de schaal weergegeven. De eenheden van deze schaal zijn afhankelijk van de instellingen in het scherm regio-eigenschappen. Daaronder bevind zich de kompasnaald, deze pijl wijst altijd richting het noorden van de kaart. U kunt de schaal en de kompasnaald uit zetten bij .
Actieve venster
In WinGPS 5 Navigator kunt u een extra kaartvenster tonen. U kunt dat extra kaartvenster bijvoorbeeld gebruiken als overzichtskaart. Veel functies werken op het kaartvenster dat op dat moment actief is. U kunt zien welk kaartvenster actief is als u in de linkeronderhoek, de tekst
ziet staan. Als u een ander venster actief wilt maken, dan kan dat door er op te klikken. Snel het extra venster aan of uitzetten kan met Shift +
.
Actieve kaart
- Een kaartvenster werkt altijd met één actieve kaart. Als u de GPS-volgmodus hebt ingeschakeld, dan is de actieve kaart altijd de kaart waar de GPS-positie als een rood bootje zichtbaar is. Als die optie niet is ingeschakeld, dan is de actieve kaart altijd de kaart waar het laatst met de muis op is geklikt of de kaart die het laatst uit de kaartselectielijst is geselecteerd.
- De actieve kaart wordt in het kaartvenster altijd volgens de ingestelde volgmodus weergegeven. Dit betekent dat eventuele omliggende kaarten in de extra kaartvensters geroteerd kunnen worden. U kunt een geroteerde kaart rechtzetten door met de rechtermuisknop op de kaart te klikken en uit het pop-up menu te selecteren. Of deze optie beschikbaar is, is overigens afhankelijk van de volgmodus die u gekozen heeft.
- Standaard wordt in WinGPS 5 de kaartrand niet weergegeven. Om de kaartrand wel weer te geven kunt u met de rechtermuisknop op de kaart klikken en uit het pop-up menu kiezen. U kunt de kaartrand weer uitzetten door in hetzelfde menu te kiezen.
- Als u in het pop-up menu van de kaart (door middel van een rechtermuisklik op de kaart) voor kiest, wordt de actieve kaart weer op de standaardzoomfactor gezet. Afhankelijk van de gekozen volgmodus wordt de kaart ook weer rechtgezet. U kunt ook dubbelklikken op de kaart.
Kaartvolgorde
Omdat in WinGPS 5 de kaarten als één geheel worden weergegeven, kan het voorkomen dat meerdere kaarten elkaar (gedeeltelijk) overlappen. Daardoor is de kaart die weergegeven moet worden soms niet (volledig) zichtbaar. U kunt de kaartvolgorde aanpassen met behulp van een rechtermuisklik op de kaart.
- Gebruik om de aangeklikte kaart naar de achtergrond te sturen zodat de onderliggende kaart zichtbaar wordt. De functie brengt een kaart vervolgens weer naar de voorgrond. Als de functie Naar voorgrond uit het pop-up menu geselecteerd wordt, verschijnt er een submenu waarin alle kaarten staan die achter de geklikte kaart liggen (en dus niet (volledig) zichtbaar zijn); uit deze lijst kan vervolgens de kaart geselecteerd worden die naar de voorgrond moet worden gebracht.
- Kies uit het pop-up menu om de volgorde weer te herstellen.
Navigatie
Als een GPS-ontvanger is aangesloten op het systeem en de communicatie is gestart, dan worden onder andere de huidige GPS-positie, de koers en het huidige traject op de kaart weergegeven. Hoe en wat er wordt getoond kunt u instellen in het beeldeigenschappenscherm.
Het kan voorkomen dat de GPS-positie buiten beeld ligt. Om snel de GPS-positie op te zoeken wanneer de communicatie aan staat, kunt u een volgmodus selecteren
. Heeft u een volgmodus geselecteerd, dan is de GPS-positie altijd in het midden van het kaartvenster zichtbaar. Wanneer de communicatie uit staat dan kunt u de laatste GPS-positie opzoeken door in het kaartvenster op de rechtermuisknop te drukken en in het pop-up menu dat dan verschijnt te selecteren of op de
-toets te drukken.
- In WinGPS 5 is het mogelijk de GPS-cursor te 'volgen' door een volgmodus te selecteren. De opties voor het in/uitschakelen van het volgen en de overige instellingen vindt u in de kaartknoppenbalk. In de rechteronderhoek van het kaartbeeld wordt de geselecteerde volgmodus weergegeven en of deze is in- of uitgeschakeld
.
- Zodra de communicatie wordt gestart kan automatisch het huidige traject bijgehouden worden. U ziet dan een rode lijn op de kaart die aangeeft hoe u gevaren bent. Zodra de communicatie wordt gestopt wordt het traject automatisch opgeslagen met als naam de 'startdatum' en 'starttijd' van het gevaren traject. Na het opslaan wordt een label weergegeven aan het begin van het traject met de naam van het traject (die kan worden aangepast in het scherm trajectbeheer). Het label van het traject heeft een groene achtergrond.
- Het is ook mogelijk oudere trajecten op het kaartvenster te tonen. U kunt deze via het trajectbeheer aanzetten zodat ze zichtbaar zijn op de kaart. Bij oude trajecten worden ook altijd een label weergegeven.
Informatieschermen
WinGPS 5 biedt verschillende informatieschermen. Deze schermen kunnen zowel 'drijvend' (zie linker afbeelding hieronder) op als 'verankerd' (zie rechter afbeelding hieronder) in het kaartvenster worden weergegeven.
Om een informatiescherm te verslepen zet u de cursor van uw muis op het betreffende informatiescherm en houdt de linkermuisknop ingedrukt. Sleep dan om een scherm links of rechts te verankeren een 'drijvend' scherm naar een kant van het kaartvenster. Als een scherm links of rechts verankerd is kunt u dit eenvoudig 'drijvend' maken door op dezelfde manier het scherm van de rand van het kaartvenster af te slepen. Een aantal schermen kan ook aan de boven of onderkant van het kaartvenster worden verankerd.
Drijvend
Verankerd