WinGPS
kan werken met een boord- of handheld GPS-ontvanger, maar ook met een
losse USB GPS-ontvanger. Om uw positie te kunnen tonen, is het nodig om
een GPS-ontvanger aan WinGPS 5 te koppelen. WinGPS 5 ondersteunt GPS-ontvangers
die het NMEA-protocol gebruiken en Garmin GPS-ontvangers die gebruik maken
van het eigen Garmin protocol.
- Merk Staat uw merk GPS-ontvanger
niet in de lijst kies dan Standaard NMEA.
- Bij Model het specifieke
model aangeven. Dit is belangrijk omdat er ook tussen verschillende
modellen van hetzelfde merk verschillen kunnen zijn in de manier waarop
de ontvanger moet worden aangesproken om gegevens te kunnen verwerken.
- Protocol Er zijn
GPS-ontvangers die GPS-gegevens volgens verschillende protocollen
kunnen versturen. U kunt hier aangeven welk protocol WinGPS 5 moet
gebruiken om met de GPS-ontvanger te communiceren.
- Datum geeft aan op welke
kaartdatum
de GPS-ontvanger staat ingesteld. WinGPS 5 heeft deze nodig om de
juiste positie op het scherm te kunnen bepalen. Wanneer in het programma
een andere kaartdatum wordt gebruikt dan in de GPS-ontvanger, kan
de getekende GPS-positie afwijken van de werkelijke positie. De afstand
kan hierbij oplopen tot wel enkele honderden meters.
Tegenwoordig werken de meeste GPS-ontvangers met de WGS 1984-kaartdatum.
Raadpleeg de handleiding van de GPS-ontvanger om na te gaan welke
kaartdatum de ontvanger gebruikt.
- Filter positie Als u voor
anker ligt is de snelheid bijna nul en is de positiedemping groot,
bij toenemende snelheid wordt de positiedemping steeds minder.
- Filter SOG en COG Omdat
er bij stilstand geen grondkoers is, kan de grondvector op het scherm
door storing alle kanten opdraaien. Met dit filter kan de grondvector
stabieler worden gemaakt.
De GPS-ontvanger in WinGPS 5 ondersteunt de volgende NMEA-berichten:
GGA, GLL, GSA, GSV, RMC en VTG.
Voor het aansluiten
zie ook de door de fabrikant geleverde instructies.