Voordat u in WinGPS 5 instrumenten kunt gebruiken moeten deze worden aangesloten op de computer. Het aansluiten is mogelijk via verschillende connectoren, zoals een seriële poort, USB-poort of draadloze Bluetooth-verbinding. Uiteindelijk zullen de gegevens van de instrumenten voor WinGPS 5 altijd beschikbaar zijn via een COM-poort. Heeft u een instrument met een seriële aansluiting, maar geen seriële poorten op uw pc, dan kunt u gebruik maken van een USB-naar-Serieel interface kabel, (verkrijgbaar via www.stentec.com/shop) waardoor u het instrument toch op een USB-poort kunt aansluiten.

In Windows heet een COM-poort voor een USB GPS-ontvanger meestal 'Profilic USB-to-Serial Port'.

Voor een COM-poort kunt u nog een aantal instellingen wijzigen.

• Bij Baudrate geeft u de snelheid op waarmee het instrument communiceert. Voor een USB GPS-ontvanger is het gebruikelijk om de baudrate op 4800 te zetten, maar enkele oudere GPS-ontvangers kunnen een andere baudrate gebruiken.
• Het aantal stopbits dat wordt gebruikt voor de communicatie met het instrument. De NMEA standaard is 1, maar het kan zijn dat een specifieke GPS-ontvanger afwijkt. U kunt dat controleren in de handleiding van uw instrument.

[ Zie ook: Seriële kabel zelf maken ]