Instellingen voor trajecten

 

Via [ Beeld / Eigenschappen / Algemeen / Trajecten ] kunt u de tijd- en punt interval instellen. Zet op groot water de tijdinterval bijvoorbeeld om de dertig minuten en tijdpunten om de 10 minuten. Aan de afstand tussen de punten kunt u dan zien hoe snel u gevaren heeft. Met stroom tegen staan de punten dichter bij elkaar dan met stroom mee.

 

 

Via [ Beeld / Eigenschappen / Hoofdkaartvenster / Trajecten ] kunt u instellen of de trajecten op de kaart getoond moeten worden.

 

 

 

Via [ Trajecten / Standaardinstellingen ] kunt u de kleur van de te maken trajectlijn veranderen. U kunt per traject wisselen van kleur. U kunt dan bijvoorbeeld twee (bijna) dezelfde trajecten tegelijk naast elkaar op de kaart zichtbaar maken. De kleur van elk traject afzonderlijk is later nog te wijzigen.